Een sauna is een houten ruimte die verwarmt wordt. Een buitensauna wordt verwarmd door een houtgestookte saunakachel of een elektrische saunakachel. Een binnensauna wordt doorgaans verwarmd met infrarood lampen of een elektrische saunakachel. Niet elke houten ruimte is geschikt om als sauna te gebruiken. Zo dienen de banken van espen hout te zijn en mag de binnenzijde van de sauna niet geimpregneerd of gebeitst zijn.
In de sauna wordt een kachel verwarmd met daarbovenop stenen. Geef de stenen voldoende ruimte, stapel ze luchtig op. Doordat de stenen verhit worden, geven deze een prettige warmte af. De warmte verspreidt zich nog meer wanneer men de stenen begiet met water. Het begieten van de stenen is alleen mogelijk bij een echte saunakachel, deze zijn zo gebouwd dat het water niet in de kachel zelf komt. Bij een houtkachel wordt het vuur opgestookt, door het nieuwe design van de houtkachel kunnen de stenen begoten worden met water terwijl het vuur nog brand.
Een sauna is een ruimte waarin de lucht verhit wordt, verblijven in deze ruimte zorgt voor zweten wat als reinigend wordt ervaren. Niet voor niets zien we een saunabad nemen als ontspanning. De temperatuur in de ruimte varieert tussen de 75-100 graden, afhankelijk van de soort verwarming en de grote van de ruimte. Een goede vuistregel is dat temperaturen boven 100 graden te hoog zijn voor de sauna, de sauna wordt dan al snel als naar of onprettig ervaren.
De sauna vindt zijn oorsprong in Finland, de Finse hutten stonden deels onder de grond en werden verwarmd door stenen eerst in een vuur te leggen en vervolgens in de ruimte. De stenen geven een langdurige warmte af. Men kwam er gaandeweg achter dat de ruimte warmer werd wanneer er water over de stenen werd gegoten. En zo ontstond de sauna.
In een later stadium maakte men het vuur aan in een kachel in de sauna zelf. Echter veroorzaakte de open kachel veel rook en het werd noodzakelijk een opening te maken. Ook duurt het lang om de sauna ruimte klaar te maken. Deze sauna's werden savusauna’s genoemd. Pas in de 20e eeuw werd er gebruik gemaakt van een gesloten kachel, met kachelpijp naar buiten.
En pas sinds kort worden er sauna's en saunakachels ontwikkeld waarbij het warmteverlies minimaal is en de sauna minder tijd nodig heeft te verwarmen. En de kachel zo min mogelijk energie gebruikt om op te warmen. Saunakachels zijn verkrijgbaar in elektrisch of houtgestookte varianten.
Na de opkomst van de saunakachels duurde het niet lang voor men blokhutten ging bouwen om hier een sauna in te maken. De blokhut met houtgestookte saunakachel zien we nu nog steeds vaak. De houtkachel wordt opgestookt, de stenen worden verwarmd en wanneer de ruimte op temperatuur is kan het baden beginnen. Een houtgestookte kachel heeft wel nadelen, zo duurt het bijvoorbeeld lang voordat de ruimte op temperatuur is en is de temperatuur wisselend en niet te reguleren. Het is overigens niet verstandig om een ‘gewone’ blokhut te bouwen en daar een sauna kachel neer te zetten. Een sauna barrel of huisje is niet behandeld en wordt uitgerust met espen bankjes, deze zijn prettiger om op te zitten.
Tegenwoordig zien we veel sauna’s met een elektrische kachel. Deze kachel heeft minder stenen nodig, zijn zo gebouwd dat het vaak nog steeds mogelijk is de stenen te begieten met water, is snel op temperatuur en behoudt zijn warmte makkelijker. Nadeel is dat een elektrische saunakachel voor een grotere sauna op krachtstroom werkt. En de sfeer van de sauna is anders, maar dat zal wellicht een persoonlijke ervaring zijn.