Zelf Tuinmuur Metselen

Voordat u begint met het maken van uw muur is het handig om te weten hoeveel stenen u ongeveer nodig heeft. Daarvoor moet u weten welke stenen u gaat gebruiken. Een gangbare maat in bakstenen is 21 x 10 x 5 cm, maar dit kan dus verschillen als u voor andere stenen kiest. Voor een halfsteens muur (dit is een muur met ‘enkele’ stenen) heeft u ongeveer 78 stenen per m2 nodig. Bij een steens muur (dubbele stenen) berekent u het dubbele per m2.

Bij een muur is een goede fundering van belang, omdat de gestapelde stenen uiteindelijk best wel zwaar zijn. Met een goede fundering voorkomt u dat uw muur gaat verzakken of dat deze niet stevig staat. Zorg dus dat u een goede fundering heeft liggen voordat u begint met metselen. Dit kan bijvoorbeeld van beton zijn. Maak van betonplex een waterpas betonbekisting en giet deze vol met beton.

De metselprofielen zijn latjes waar u uw muur tussen gaat metselen. Deze latten geven u een richtlijn en zorgen ervoor dat het makkelijker is om een rechte muur te maken. U plaatst de latten op de hoeken van de te metselen muur. De afstand tussen de twee latten staat dus voor de lengte van uw muurtje. Vaak plaatst u één lat tegen de muur en wordt de andere ondersteund door schuine schoorlatten. 

Na het plaatsen van de latten gaat u de langenmaat aanbrengen. Dit zijn streepjes op de latten die aangeven hoe hoog een laag met stenen dient te worden. Deze maat berekent u door 10 stenen naast elkaar te leggen en op te meten. Dit getal deelt u door 10 en hier telt u een voegbreedte van 10 mm bij op. In het geval van ‘standaard’ bakstenen zal hier waarschijnlijk 6 cm uitkomen. U tekent dan om de 6 cm een streepje op de latten. Zo weet u op welke hoogte uw volgende rij dient uit te komen. 

Tussen de latten spant u een touw, op de hoogte van het eerste streepje wat u gezet heeft. Zo weet u hoe hoog de eerste rij moet worden. Bij elke rij die u metselt schuift het touw ook een streepje omhoog op. 

Voordat u gaat beginnen zorgt u dat de bakstenen vochtig genoeg zijn. Dit luistert nogal nauw, maar het gaat erom dat de stenen niet de nat, maar ook niet te droog zijn. Als de stenen te nat zijn loopt de specie er tussenuit, maar als ze te droog zijn dan hecht de specie niet goed. Er is een goede test om te kijken of de stenen vochtig genoeg: Druk 2 stenen met specie tegen elkaar aan, als u ze na een paar minuten van elkaar af haalt en er blijft op beide stenen specie achter dan zijn de stenen vochtig genoeg. 

Vervolgens gaat u de specie maken om de tuinmuur te metselen. Begin met bereken hoeveel specie u nodig heeft. Houd hierbij een mengverhouding van 1 (cement) : 3 (zand) aan. Voor een halfsteenmuur heeft u ongeveer 25 liter per m2 nodig, voor een steensmuur 60 liter per m2. 

Maak de specie door het zand en cement door elkaar te scheppen totdat er een egale kleur ontstaat. Hierna voegt u water toe en roert u het geheel tot er een smeuïge massa ontstaat. Op het moment dat het mengsel een beetje op stevige modder lijkt kunt u gaan metselen.

Na alle voorbereiding is het dan nu tijd om te beginnen aan uw muur. 

• Bij de eerste rij stenen plaatst u specie op de ondergrond. Hier plaatst u de steen bovenop. Tik deze aan met de troffel. Moet de steen nog wat verschuiven? Doe dat dan ook door er met de troffel op te tikken en verschuif hem niet zelf met de hand. Vergeet niet om ook specie aan de zijkant van de stenen aan te brengen om de stenen aan elkaar te hechten. 

• Is de rij klaar? Dan schuift u het touw 1 streepje omhoog. Zorg ervoor dat de groeven elkaar afwisselen. De ene rij begint en eindigt u met een hele steen, de volgende dan met een halve steen. U breekt de steen doormidden door er met een beitel een tik op het midden op te geven totdat deze breekt. 

• Begin de tweede rij door eerst specie en dan de halve steen op de onderste rij te plaatsen en ga door met metselen. Overtollig specie schraapt u weg met de troffel. 

• Houd regelmatig de waterpas bij de muur om te zorgen dat deze loodrecht en waterpas staat.

Na het metselen van de muur krabt u de voegen ongeveer 1 cm diep uit. Doe dit dezelfde dag nog, anders is de specie te veel uitgehard. Na ongeveer 2 weken kunt u gaan voegen. U werkt dan de voegen af. Hoe u dit doet is sfeerbepalend en ligt dus aan de uitstraling die u uw muur mee wil geven. U kunt bijvoorbeeld kiezen voor een vlakke voeg, een knipvoeg of een inspringende voeg. Voeg eerst de stootvoegen en daarna de lintvoegen. Borstel de muur na met een zachte borstel en uw muur is klaar!